Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Een pleegmoeder in 't kwadraat

 

 

Liesbet
Van Geeteruyen

  Liesbet Van Geeteruyen

Eind november las ik in de krant over de ’Week van de pleegzorg’. Tot mijn verbazing was het een kort interview met een Mens van bij Ons, Liesbet Van Geeteruyen die sedert juli 2011 pleegmoeder is geworden van een tweeling. Pleeggezinnen, het is een beetje een ver-van-ons-bedshow, je weet dat ze bestaan maar daar houdt het ook mee op. Nieuwsgierig als ik ben, je kent me ondertussen al een beetje, ging ik op zoek naar het verhaal achter onze pleegmoeder. Ik kreeg het in geuren en kleuren, een verhaal van sociale bewogenheid, een verhaal van geraakt zijn, een verhaal van gedrevenheid, een verhaal van liefde…

Ik belde Liesbet met mijn klassieke vraag en ze zag dat wel zitten maar toch had ze enig voorbehoud: de privacy van haar oogappels mocht niet geschaad worden. Geen probleem, zei ik haar. Elke Mens van bij Ons leest haar of zijn tekst na voor ik deze publiceer. Dat stelde haar gerust. De volgende vrijdag was ik welkom in de straat met de mooiste Zilse naam: ’t Sjarlougestroutsjen.

Liesbet Van Geeteruyen  

Jeugd
Liesbet zag het levenslicht op Driekoningen 1977 als derde kind van Michel Van Geeteruyen en Martine Goossens. Ze zijn thuis met vier kinderen: Johan, Kristien, Liesbet en Ramesh. Dat Ramesh door het gezin Van Geeteruyen geadopteerd was, is niet onbelangrijk. Je engageren, je inzetten voor anderen zijn waarden die Liesbet van huis uit heeft meegekregen.
Haar schoolcarrière begon op de Kouter en op haar twaalfde trok ze iedere dag met de fiets naar Gijzegem. Ze volgde er vier jaar Latijnse om de laatste twee jaren te kiezen voor Wetenschappen-Wiskunde. Stilzitten was en is aan Liesbet niet besteed. Het VP van de Kouter was in de zomer haar grote passie. Eerst als kind, later in de leiding.

Een andere passie was muziek. Ze volgde muziekschool, leerde cello en zingen was haar lang leven. Op een bepaald ogenblik zong ze in drie koren: Makeblijde, het Gymel-ensemble en het Mariafamiliekoor. Twee keer werd ze geselecteerd voor Eurocantat, een jongerenkoor dat in de zomer maanden een paar weken een repertoire instudeert en daarna op tournee gaat door Europa. Ik heb daar prachtige herinneringen aan, zegt Liesbet.

Mensen waren en zijn voor haar erg belangrijk. Ze herinnert zich een oude man in de Zuidlaan waar ze zo maar een babbel mee deed. Toen hij overleed kocht zijn vrouw een hondje om de eenzaamheid te verdrijven en Liesbet ging steevast iedere week een paar keer wandelen met het beestje. Ja, gaat Liesbet verder, ik sprak Jan en alleman aan en iedereen kon op mijn vriendschap rekenen. Thuis was ik duidelijk het buitenbeentje. Mijn ideeën strookten vaak niet met deze van mijn ouders. Ik besef maar al te goed dat ze met mij het meest last gehad hebben. Maar ja, ik was nu eenmaal zo.

Studeren
Op haar achttiende had ze graag voor de muziek gekozen maar ze botste op een veto thuis en dus koos ze voor godsdienstwetenschappen in Leuven. Maar na acht maanden heeft ze er de brui aan gegeven. Mijn examens in januari waren nochtans goed maar doorheen de maanden kwam ik tot het besef dat ik niet heel mijn leven met godsdienst wou bezig zijn. Op het examen ‘Nieuw Testament’ vroeg men hoeveel maal de naam Jezus in de Bijbel voorkwam bijvoorbeeld. Toen had ik het gevoel dat het voor mij niet meer hoefde.

  De familie Van Geeteruyen
Liesbet Van Geeteruyen als lid van Makeblijde  

Ondertussen was ik ook gestart met de hogere graden muziekschool in Gent. Ik volgde er notenleer en zang. Omdat het thuis maar bleef wringen, ben ik daar uiteindelijk ook mee opgehouden. Wat ik dan wou studeren, was op dat moment niet duidelijk. Mijn zus Kristien stond op dat moment al voor de klas en door haar te helpen met haar verbeterwerk, dacht ik misschien wil ik dat ook wel doen, vertelt Liesbet. Die keuze was niet echt met veel enthousiasme,ik had mijn ervaring met de kinderen op het VP maar toch deed ik het niet met volle overtuiging, bekent Liesbet.
Ik heb veel te danken aan Oscar Van Damme, mijn pedagoog in het tweede jaar. Door hem groeide mijn liefde voor het onderwijs, groeide mijn voeling met de kinderen en begon ik onderwijs ontzettend boeiend te vinden. In 1999 haalde ik mijn diploma en ik kon meteen aan de slag in de gemeenteschool: een derde klas met 29 kinderen.
En nog studeren
Dat was boeiend op zich maar toch miste ik iets. Ik wou meer weten over hoe alles in elkaar zat en daarom startte ik in mijn tweede jaar lesgeven met de DHOS-cursus (Diploma Hoger Opvoedkundige Studiën), zegt Liesbet. Drie jaar lang trok ik iedere zaterdag naar Gent en die examens lukten best. Ik heb aan die periode een heel goede vriend overgehouden en ook met zijn vrouwtje klikt het erg goed. Het zijn vrienden voor het leven geworden.

. In mijn tweede jaar DHOS kwam ik ook in contact met iemand van Uitgeverij Van In. Daar zochten ze mensen om mee te werken aan een nieuwe taalmethode. Ik heb me geëngageerd en met een heel team hebben we in vier-vijf jaar onze methode ‘Tijd voor Taal’ in elkaar gebokst. Het leuke is dat deze methode goed in de markt ligt en dat ik nu de (financiële) vruchten ervan pluk.

Op het einde van die jaren heb ik samen met mijn vader mijn huis in de Karel Haegensstraat gebouwd. Ik frons mijn wenkbrauwen en vraag haar of haar dagen meer dan 24 uren tellen. Nee, lacht ze, en achteraf beschouwd vraag ik me af hoe ik het allemaal heb klaargespeeld maar het is me toch gelukt.

Master
Na die drie jaar bleef ze nog op haar honger zitten. Ze wou echt meer weten hoe een kind in elkaar zit. In 2005 heb ik besloten een master psychologie te halen, gaat ze verder. Ik heb me ingeschreven als werkstudent aan de VUB. De keuze voor deze unief lag voor de hand. Proffen gaven daar ook avondcursussen en heel het beleid was erg werkstudentvriendelijk. In zes jaar heb ik het traject van vijf jaar afgelegd. Buizen was er niet bij maar ik verdeelde wel mijn vakken over de eerste en tweede zittijd want anders was dit niet haalbaar, voegt ze er aan toe. Zo goed als iedere werkdag treinde ik naar Brussel om de lessen te volgen. Op de trein zat ik constant te verbeteren en iedere dag stond ik rond de klok van vijven op om mijn voorbereidingen voor de klas te maken. Het waren echt hectische jaren, bekent Liesbet.
Ik ben het gemeentebestuur erg dankbaar dat ik op sommige momenten verlof zonder wedde kon nemen want anders was het me nooit gelukt. Soms gaf ze in de voormiddag gewoon les om in de namiddag examen af te leggen. In mijn voorlaatste jaar heb ik een jaar loopbaanonderbreking genomen om mijn stage te doen. Ik heb toen halftijds als psychologisch assistent gewerkt in het Zeelse Revalidatiecentrum. Het laatste jaar draaide vooral rond het afwerken van mijn thesis. Die ging over het verband tussen de rekenvaardigheden van kinderen en hoe leerkrachten daar mee omgaan. Een pleidooi om duidelijk heel veel aandacht te besteden aan de basisvaardigheden in het rekenen. In augustus 2011 haalde ze haar master met net geen grote onderscheiding, zegt Liesbet. Streven is haar blijkbaar niet vreemd.

  Master
Schilderspalet  

Hobby’s
Ondanks het feit dat ze haar master bijna op zak had, koos Liesbet in september 2010 terug voor de klas. Eerlijk gezegd, ik miste mijn kinderen en sta nu terug in het derde leerjaar. Welke richting ik uit wil, zegt ze, weet ik nog niet. Alleszins wil ik niet tot mijn zestigste voor de klas staan maar de toekomst zal wel raad brengen. Ik laat mijn ideeën sudderen, we zien wel, zegt ze. Onderwijs is wel mijn ding en ik wil het niet loslaten.

Dan moet je nu toch een zee van tijd hebben, vraag ik haar. Ja, dat gevoel heb ik wel, bekent ze. In al die jaren dat ik studeerde was er geen tijd voor hobby’s. Nu doe ik yoga en ook werken in mijn tuin vind ik zalig. Mijn tuin is wel niet zo groot maar ik heb er toch heel wat energie ingestoken om er iets moois van te maken. Een oase van groen en vooral rust. Verder speelt ze ook piano en ook schilderen is haar dada. Ik ben een echte autodidact en wil met olieverf en vooral door te sponzen uitdrukking geven aan wat me bezighoudt. Last but not least heeft ze haar hart verloren aan lezen. Vooral boeken waarin psychologie de rode draad vormt, kunnen haar boeien. Irvin D. Yalom is haar lievelingsauteur.

Pleegmoeder    

En hoe ben je pleegmoeder geworden, vraag ik Liesbet. O, antwoordt ze, dat is een lang verhaal. In het Gymel-ensemble leerde ik iemand kennen die aan crisisopvang deed. Dat gezin stond klaar om kinderen op te vangen die om een of andere reden snel moesten geplaatst worden. Ik kwam daar geregeld over de vloer en was daar echt door getroffen, zegt Liesbet. Emotioneel was dat soms niet van de poes want je hoorde soms zware verhalen waarvan je stil werd en je afvroeg hoe het mogelijk was.

Begin 2008 hoorde ik van een vriendin die in een instelling in Asse werkt dat de meeste kinderen uit die instelling een opvanggezin hadden waar ze soms in het weekend naar toe mochten, kwestie van eens een andere horizon te hebben. Dat zijn meestal kinderen die hun ouders niet erg vaak zien. We hebben enkel geen opvanggezin voor onze tweeling, zei haar vriendin. Eigenlijk zou ik dat wel zien zitten, antwoordde Liesbet erop. In de krokusvakantie kwam de tweeling een eerste keer naar Zele.

 

Een hele namiddag speelden ze samen met de Knex. Het viel reuze mee, zegt Liesbet nu meer dan drie jaar later. Sinds dat moment kwamen ze geregeld voor ’t weekend naar Zele. In de paasvakantie trokken ze met heel de familie Van Geeteruyen naar zee. Het was de eerste kennismaking met de familie en dat klikte vrij snel. De tweeling, toen tien jaar, heeft zich ontzettend geamuseerd op het strand. Zo ontstond er stilletjes aan een zekere routine van een weekend per maand naar Zele te komen.
In de zomervakantie kwamen ze iets langer en in het voorjaar van 2010 vroeg ik me af of het niet zou kunnen dat ze permanent bij mij kwamen wonen. Ik besprak dat met de thuisbegeleiding en ook werd er advies aan de jeugdrechter gevraagd. Die zag dat onmiddellijk zitten en samen werd er afgesproken om de overgang voor hen langzaam op te bouwen. De tweeling is vrij pienter en in vele jeugdinstellingen komt het niet vaak voor dat kinderen ASO aan kunnen. Er werd beslist dat ze hun zesde leerjaar zouden afmaken op hun oude school en daarna zouden verhuizen naar Zele.

    Opbouw
Karel Haegensstraat  

De tweeling werd door omstandigheden in al die jaren in vijf verschillende instellingen opgevangen, vertelt Liesbet. Je kan je niet voorstellen hoeveel opvoeders ze de revue hebben zien passeren want het verloop is daar wel erg groot. Iedere keer moesten deze kinderen zich weer eens aanpassen aan nieuwe mensen. Dat kinderen na verloop van tijd wantrouwig worden, is dan ook normaal. Eén van de jongens heeft pas vorig jaar zijn deur helemaal voor me opengezet, vertelt Liesbet. Het is ook zo dat ook zij inspraak hadden in deze voor hen toch grote stap. De jeugdrechter heeft hen opgezocht in de instelling en dit met hen besproken. Door het feit dat ik al zolang opvanggezin was en door mijn opleiding, ben ik niet uitgebreid gescreend wat normaal wel gebeurd bij nieuwe pleegouders. Ook heb ik geen opleiding moeten volgen wat doorgaans wel verplicht is. Mijn case was anders: ik had heel bewust voor hen gekozen. Meestal is het andersom. Maar, zegt Liesbet, ik ben erg blij dat die stap heel langzaam is opgebouwd zodat zowel de tweeling als ikzelf daarin konden groeien.

Een nieuwe Thuis    
Sinds juli 2011 wonen ze permanent bij Liesbet. Dat was toch een mooi moment, zegt ze, maar toch een grote aanpassing ook. Voor de tweeling was het echt een nieuwe start: een nieuwe thuis, een nieuwe school. Liesbet heeft er voor gekozen om hen elk in een andere middelbare school in te schrijven. De ene heeft meer een technische aanleg en zit in de technische, de andere volgt het ASO. Sociaal hebben ze toch al wat weg afgelegd: ze zijn aangesloten bij de turngilde en op zaterdagmorgen trekken ze naar het jeugdatelier van Weredi. ’t Zijn twee creatievelingen, voegt Liesbet er aan toe. ’t Is mooi om te horen hoe ze met hun Brabantse tongval Zils proberen te klappen, lacht ze. Ze moeten toch nog veel oefenen want als ik hen vraag in welke straat ze wonen komt ‘t Sjarlougestroutsjen er vrij beschaafd uit.
Liesbet is pleegmoeder, geen voogd en de ouders blijven aansprakelijk voor het gedrag van hun kinderen. Wel mag Liesbet alle beslissingen nemen. Enkel over de godsdienstkeuze en het al dan niet toedienen van een eventuele bloedtransfusie hebben de ouders beslissingsrecht. Op financieel vlak draait Liesbet wel voor alle kosten op: kleding, school, ziekteverzekering, eten en noem maar op. Ze krijgt naast het kindergeld een vaste vergoeding per dag en per kind. In den beginne dacht ik dat die financiële aanvulling veel was maar ik weet nu al heel goed wat kinderen kosten, bekent ze. Om je een voorbeeldje te geven, verduidelijkt ze, bij de start van het nieuwe schooljaar hebben we twee nieuwe fietsen gekocht, dan heb ik wel eens tweemaal nagedacht welke ik zou kopen.
  Kindertekening
Grenzen   Geen adoptie

Geregeld gaat de tweeling op bezoek bij hun vader. Soms een zaterdagnamiddag, soms blijven ze een keer slapen. Als ze gaan, maakt de vader wel tijd voor hen en dat vind ik erg positief, zegt Liesbet. Hun vader haalt ze meestal op maar hij komt niet verder dan de voordeur. Ik probeer alles goed gescheiden te houden, zegt ze. Ik wil echt niet dat hij mijn grens overschrijdt en wil hun nieuwe thuis vrij van het verleden houden. Dat lukt tot hier toe best alhoewel ik toch mijn grenzen moet bewaken. Laatst hadden ze een ‘Wii’ gekregen van hun vader. Ik heb daar vriendelijk voor bedankt maar ik wou dat niet in mijn huis. Er is tv, ze hebben een psp en kunnen ook nog (beperkt) op de computer spelen. Je kan me misschien een harde tante vinden maar op dat moment beslis ik over wat er in mijn huis gebeurt. Daar ben ik erg strikt in.
Gelukkig sta ik er niet alleen voor, zegt Liesbet. Als pleegmoeder is het belangrijk dat je een zekere entourage, een netwerk hebt waar je in geval van nood op kan terugvallen. Ook aan de thuisbegeleiding heeft ze veel steun. Regelmatig is er telefonisch contact en met de regelmaat van de klok komt de begeleider afgezakt naar Zele voor een babbel over hoe het loopt. Alle communicatie met de vader over de kinderen verloopt langs de begeleider en dat maakt het voor mij ook een pak makkelijker, vertelt Liesbet, als er iets is, schuif ik het naar hem door en hij behartigt de zaak verder. Ook de school verwittigt de ouders als er oudercontact is maar in de praktijk ben ik er alleen.

 

Ieder pleegkind heeft een eigen verhaal. Een plaatsing in een pleeggezin staat niet gelijk met adoptie. Het is mogelijk dat het maar tijdelijk is. Dat klopt, zegt Liesbet. De bedoeling van pleegzorg is om de kinderen terug in hun gezin te plaatsen als dat mogelijk is. Maar het hangt af van kind tot kind en de contacten met de biologische ouders zijn erg verschillend. Bij de tweeling van Liesbet heeft de vader de vraag nog nooit gesteld, de tweeling heeft trouwens ook nog twee zussen die ze maar twee keer per jaar zien.

Toekomst?
Hoe het verder loopt, is dus koffiedik kijken. Liesbet is realist genoeg dat ze het in het achterhoofd houdt dat het slechts tijdelijk zou kunnen zijn. Is dat niet moeilijk? vraag ik haar. Met je verstand weet je wat er kan gebeuren maar ergens heb je toch ook een hart,werp ik op. Da’s juist, antwoordt Liesbet, die twee hebben in die drie jaren een plaats in mijn hart veroverd en ik zou het erg jammer vinden mochten we die zes jaren (het middelbaar onderwijs bedoelt ze) niet kunnen afronden. Het is ook zo dat je als pleegouder ook een stem hebt mocht het ooit zo ver komen. Mijn pleegouderschap wordt trouwens ieder jaar geëvalueerd bij de jeugdrechter en daar zijn de kinderen ook bij.

Liesbet met haar twee pleegkinderen  

Het Moeilijkste
Wat is het moeilijkste aan heel het pleegmoederschap, vraag ik haar op de man af. Ze moet even nadenken. Sommigen zouden misschien denken dat dit het feit is dat ik er alleen voor sta. Niets is minder waar, zegt ze resoluut. Ik heb heel wat vrienden en familie die me helpen en steunen. Het moeilijkste zijn de momenten waarop een van de twee het emotioneel moeilijk krijgt en uit de bol gaat. Die momenten zijn erg zwaar en gelukkig kan ik vanuit mijn opleiding als psycholoog op dat moment daar afstand van nemen en een beetje therapeut spelen, hoe moeilijk me dat soms ook valt. Hoe je ’t ook draait of keert, je moet altijd hun achtergrond onthouden, ze zijn wie ze zijn door hun verleden. Ik probeer hen rust, liefde, structuur, kansen te geven…

Onze babbel van meer dan twee uren zit er op. Ik mocht luisteren naar een verhaal, anders dan anders. Een verhaal van een gedreven iemand, een Mens van bij Ons die heel wat in haar mars heeft, een Mens van bij Ons met vooral een groot hart! Bedankt, Liesbet, en… chapeau voor wat je doet.

Mark De Block
04.01.2012


© Mark De Block

afdrukken

Een pleegmoeder in 't kwadraat - Liesbet Van Geeteruyen

 

Thuiskomen